Warm

(Alarm, alarm, alarm, het is warm) (Alarm, alarm, alarm, het is warm) (Alarm, alarm, alarm, het is warm) (Alarm, alarm, alarm, het is warm) Zeg, wat is hier aan de hand Deze morgen in mijn mand Lag ik al te puffen en te zweten Ik heb geen oog dichtgedaan Ben om vier uur opgestaan Om wat chocolade-ijs te eten Ja, zo'n beetje zonneschijn Vinden wij normaal wel fijn Maar als dit veel langer duurt Zijn wij gefrituurd Warm, warm, warm Oh, wat is het warm Hoort er iemand wat ik zeg Gert en ik, wij smelten weg Warm, warm, warm Oh, wat is het warm Elke hond wil uit zijn hok En de kip valt van haar stok En de burgemeester roept "Alarm, alarm" Oh, wat is het warm (Alarm, alarm, alarm, het is warm) (Alarm, alarm, alarm, het is warm) Ik ben net een kippenbil Op een hete kolengrill Die hier ligt te bakken en te braden Niemand die nog buiten is Ook geen vogel en geen vis Wil vandaag nog lekker zonnebaden Nee, zo heet was het nog nooit Onze frigo is ontdooid 'T is hier net een tropenland Wij vliegen in brand Warm, warm, warm Oh, wat is het warm Hoort er iemand wat ik zeg Gert en ik wij, smelten weg Warm, warm, warm Oh, wat is het warm Elke hond wil uit zijn hok En de kip valt van haar stok En de burgemeester roept "Alarm, alarm" Warm, warm, warm Oh, wat is het warm Hoort er iemand wat ik zeg Gert en ik, wij smelten weg Warm, warm, warm Oh, wat is het warm Elke hond wil uit zijn hok En de kip valt van haar stok En de burgemeester roept "Alarm, alarm" Oh, wat is het warm (Alarm, alarm, alarm, het is warm) (Alarm, alarm, alarm, het is warm) (Alarm, alarm, alarm, het is warm) (Alarm, alarm, alarm, het is warm) Warm, warm, warm Oh, wat is het warm Hoort er iemand wat ik zeg Gert en ik, wij smelten weg Warm, warm, warm Oh, wat is het warm Elke hond wil uit zijn hok En de kip valt van haar stok En de burgemeester roept "Alarm, alarm" Oh, wat is het warm