Wie O Wie Is Zij

Ze is zo mooi Ze is zo lief Ze doet altijd haar zin Ze zwemt Ze heeft een staart Maar toch is zij geen zeemeermin Wie is toch mijn lieve dochter? Wie o wie o wie is zij? Kon ik maar gedachten lezen Ze vertelt nooit iets aan mij Waarom is zij altijd droevig? Nooit gewoon eens blij? Wie is toch mijn lieve dochter? Wie o wie is zij? Ze was 1 jaar toen ik haar vond Ik nam haar mee naar huis Een arme kleine wees We gaven haar een nieuwe thuis Wie is toch mijn lieve dochter? Wie o wie o wie is zij? Kon ik maar gedachten lezen Ze vertelt nooit iets aan mij Waarom is zij altijd droevig? Nooit gewoon eens blij? Wie is toch mijn lieve dochter? Wie o wie? Hoe langer ik haar vader ben Hoe meer ik met haar praat Hoe minder ik haar ken Hoe verder weg zij van mij staat Wie is toch mijn lieve dochter? Wie o wie o wie is zij? Kon ik maar gedachten lezen Ze vertelt nooit iets aan mij Waarom is zij altijd droevig? Nooit gewoon eens blij? Wie is toch mijn lieve dochter? Wie o wie is zij?